‘Ik weet niet. Ik ben een beetje wiebelig’, zegt Menno, eenmaal gesetteld op de gele stoel. ‘Wiebelig’, herhaal ik. Hij denkt na. ‘Ja. Emotioneel wat labiel, misschien?’ Ik glimlach om het vraagteken dat in de lucht blijft hangen. Ik herken de onzekerheid die hoort bij ontwikkeling. Dingen zijn ineens anders. Is dat goed? Slecht? Sta ik nou stil of beweeg ik? Help! Hij formuleert voorzichtig, maar dat hij boos is spat aan alle kanten van hem af. Het belangrijkste thema van Edra ligt al snel op tafel: de lat ligt hoog. Te hoog. Het slaat hem dood, hij durft bijna niet eens meer aan dingen te beginnen. Halen zal hij die lat niet, dat weet hij al lang, dus waarom al die moeite doen, waarom die confrontatie opzoeken? Hij probeert nog om geen mislukkeling te zijn, maar Het lijkt zo’n dogma: je moet gelukkig zijn. Als je dat niet bent, dan moet je er wat aan doen. Geluk is maakbaar; het hangt af van hoe hard je er aan werkt, kom op! En hup: daar ben je weer bij waar je al die tijd al was: het is je eigen schuld. Had je maar beter je best moeten doen, meer geld moeten uitgeven aan een betere therapeut, eerder moeten leren begrenzen, vaker moeten… vult u maar in. Ik kijk naar de traan die uit het rechteroog van Elise sijpelt. Fris ziet ze er uit als ze binnenkomt. Krachtig ook, een trotse jonge vrouw. Ze gaat zitten, zegt: ‘Hi’. Een tikje cynisme meen ik te bespeuren. Cynisme op haar eigen verschijning? We weten alle twee dat we hier niet voor de gezelligheid zitten. Ze kijkt me kort aan, dan wendt ze haar blik af. Ik neem het woord. De boodschap is een moeilijke. Toch reageert Yasha nauwelijks. Ze knikt. Ze weet hoe het er voor staat. ‘Ok’ zegt ze, als er een stilte valt. Haar hoofd buigt iets dieper. Ze aanvaart de maatregelen. Ze accepteert wat ik zeg, als een straf. Soms zie je het ineens: hoe mensen zich inhouden, hun emoties opkroppen, zich aanpassen. Het tikken van voeten, het klikken van pennen, het klemmen van kaken. Agitatie noem je dat ook wel, gek genoeg één van de vele uitingen van passiviteit. Je kunt heel druk zijn met tikken, obsessief je mail in de gaten houden, of gevoel wegslikken; je lijf is actief. Maar de passiviteit schuilt hem in dat wat je vermijd te doen: zeggen wat je er van vindt of waar je behoefte aan hebt. Met Mark heb ik het over zijn studie: hij staat er niet zo best voor. Hij stelt uit, komt niet opdagen, levert lage kwaliteit werk in. Studie-ontwijkend gedrag, kortom, een geliefde term onder mijn HBO-collega’s. Ik bespeur enige vermoeidheid in mijzelf terwijl Mark praat: we hebben dit gesprek al vaker gevoerd. Wat is er nodig om hem uit deze impasse te krijgen? Ineens zie ik zijn been. Het wiebelt. Er valt een stilte. De beweging wordt intenser. Iets in mij doet zeer als ik het zie. |
De Kleine Professorschrijft over de groei van cliënten, studenten én zichzelf.
Laat je e-mailadres achter en ontvang een mail als er een verse blog is!
Archieven
December 2023
Categorieën
Alles
|