En hoe speelt dit op je werk, denk je? Hebe denkt na. Ze vertelde net hoe het haar de afgelopen weken lukt om meer plezier te hebben in de dag, dingen te doen die ze leuk en uitdagend vindt, in plaats van steeds bezig te zijn met alle taakjes die ze nog moet doen. Ze straalt terwijl ze vertelt over de stappen die ze heeft gezet, de avond met iets te veel wijn en de afwas die gewoon is blijven staan ‘Grappig, zegt ze. Het gaat eigenlijk heel goed op mijn werk. Ik vind het fijn, ik krijg veel complimenten…’ Ze valt even stil. Voelt ze, net als ik, dat ze iets achterwege laat? ‘Ik merk wel dat ik het vaak moeilijk vind om te focussen op langere projecten, of op taken die ik lastig vind. Ik laat me dan afleiden, door e-mails of taakjes die snel te fixen zijn. Terwijl ik eigenlijk juist voor mijn huidige baan heb gekozen vanwege de uitdaging van ingewikkelder projecten.’
‘Wat geven de e-mails, of de kleinere taakjes je?’, vraag ik, denkend aan wat ze eerder vertelde over haar vriend; hoe ze soms verleid wordt om uit het contact te stappen, door na te denken over een lekkere maaltijd voor hem, wanneer de nabijheid juist zo fijn is. Hebe glimlacht. ‘Ja, iets aftikken. Succes boeken, het regelen.’ ‘Adrenaline?’ vraag ik. Ze knikt. ‘Erkenning misschien ook?’ ‘Ja, zeker. Het is lekker om iets snel te kunnen doen, of even te presteren en daar dan complimenten voor te krijgen.’ Weer denkt ze na. ‘Maar het frustreert me daarna eigenlijk ook meteen, omdat ik dan in het grotere project niet heb gedaan wat ik wilde of wat ik eigenlijk kan. Hebes vader overleed toen ze heel jong was. Haar moeder werkte hard om in haar eentje het gezin te onderhouden. Hebe en haar zus moesten helpen; taakjes doen thuis, verantwoordelijkheden op zich nemen. Hebe is gewend geraakt aan complimenten voor wat ze heeft gedaan. ‘Was dat ook zo op andere plekken?’ vraag ik. ‘Oh ja’, knikt ze. ‘Op school ging het altijd alleen maar over hoe hoog mijn cijfers waren. En bij de sportclub hoorde ik alleen iets als ik gewonnen had.’ Zo is Hebe heel goed geworden in taakjes doen en in presteren. Maar: er zit een schaduwzijde aan deze kwaliteit, en ook een gemis. In complexere en langere projecten - wanneer het langer duurt tot er complimenten komen, of tijdens diepere gesprekken met haar vriend - voorbij het dingen (goed) doen, wordt Hebe onrustig. Ze mist de opkikker van de directe erkenning van het snel gefixte klusje. Ze mist de kick van de netjes en efficiënt opgeruimde vaat. En wanneer de korte termijn beloning op zich laat wachten, slaat - onbewust - de twijfel toe. Ben ik wel goed genoeg? Doe ik er eigenlijk wel toe? Achter de onrust die Hebe voelt wanneer ze niet regelmatig wordt gecomplimenteerd op wat ze doet, gaat angst schuil. Angst voor die boodschap: je bént niet goed genoeg. Je bént niets waard. En daarmee houdt zij zichzelf gevangen: door vooral veel te doen, waardoor ze weg beweegt van de complexere opdracht of van het mogelijk werkelijk gezien worden door haar vriend - blijft ze alleen maar gecomplimenteerd worden op doen. En daarmee ontneemt ze zichzelf de mogelijkheid gezien en dus erkend te worden voor wie ze werkelijk is. Ze verstilt, wanneer we tot deze conclusie komen. ‘Hebe?’ probeer ik haar terug in het nu te verleiden. ‘Ja’, zegt ze. Ze blijft in de leegte staren. ‘Hebe?’ Ze maakt oogcontact. Er ligt een traan op de rand van haar ooglid, te wachten tot hij naar beneden mag rollen. Als ze knikt rolt hij razendsnel naar omlaag, haast bang om betrapt te worden. ‘Fijn dat je er bent’, zeg ik. ‘Ja’. Zegt ze. Ze glimlacht en neemt een diepe ademteug. ‘Ja. Fijn dat ik er ben.’ © De Kleine Professor, maart 2023 Disclaimer De naam van de client in deze tekst is om privacy redenen gefingeerd. De tekst is gebaseerd op een daadwerkelijk gesprek, maar aangepast met het oog op de leesbaarheid. Toelichting: Strooks Het ‘gebrek aan focus’ dat Hebe beschrijft is in feite een gebrek aan erkenning, een gemis aan ‘strooks’ de vernederlandsing van het Engelse woord Strook, dat zowel een streling of een aai betekent als een klap of een aanval. Een strook, die dus zowel positief (de aai) kan zijn als negatief (de klap) wordt omschreven als ‘de eenheid van erkenning’. Erkenning is een basale behoefte van ieder mens, strooks heb je nodig. Maar er zijn verschillende soorten strooks: voorwaardelijke (wat zie je er leuk uit, wat heb je je werk goed gedaan) en onvoorwaardelijke (wat fijn dat je er bent, ik zie je graag). Hebe heeft, net als wij allen een diepe behoefte aan positieve onvoorwaardelijke strooks: positieve erkenning voor wie we zijn. Maar, door de situatie waarin ze is opgegroeid, durft ze er niet helemaal op te vertrouwen dat ze die ook zal krijgen. Daarom probeert ze haar verlagen naar onvoorwaardelijke strooks te vullen met voorwaardelijke. Daar werkt ze hard voor. En, langzaam, loopt ze daar op leeg… Opmerkingen zijn gesloten.
|
De Kleine Professorschrijft over de groei van cliënten, studenten én zichzelf.
Laat je e-mailadres achter en ontvang een mail als er een verse blog is!
Archieven
December 2023
Categorieën
Alles
|