Energiek ziet ze er uit. ‘Oooh, maar het gáát ook wel goed hoor’, zegt ze. ‘Kijk, wij hebben het natuurlijk heel goed. We hebben alles en vooral hebben we elkaar.’ Vier kinderen hebben ze en ze werken allebei fulltime. ‘Minder werken?’ Haar ogen staan fel. ‘Ja, natuurlijk mag dat. Maar weten ze ook wat dat betekent? Ja, ik mag het niet zeggen, dat weet ik wel, maar minder werken, betekent méér zorgen. Ammehoela. Ik ben blij als ik om 13 uur de werkkamer in kan! En zouden ze dat óóit tegen een man zeggen je kan toch minder gaan werken? Ze hebben geen idee wat het betekent: de kinderen de hele dag thuis. Maar goed, ik mag niet zeuren. Ik wil ook niet zeuren. Maar ik vóél me wel een zeikerd. Zo’n zeikwijf. Zo voel ik me, met hun je mag ook wel minder gaan werken.’ ‘Je bent boos’, stel ik vast. ‘Ja!’ zegt ze. Ze veert nog net niet op uit haar stoel. ‘Ja.’ Zeg ik. Ze zakt weer terug en kijkt me weifelend aan. ‘Ja?’ ‘Ja’, zeg ik. ‘Natuurlijk ben je boos.’ ‘Ja. Toch? Ja. Ja, vind je dat natuurlijk?’ Ze kijkt naar buiten en haalt adem. Ze is woedend, denk ik. Maar: mag dat? In het Drowning person diagram van Adrianne Lee kun je zien hoe hard je soms moet werken om jezelf OK te houden. Wat niet mag (of dat nu logisch is, of niet) trekt je naar beneden en geeft je een niet-OK gevoel. Masja mag niet boos zijn. Ze mag niet zeiken. Oftewel, ze geeft zichzelf geen ruimte om te ervaren wat deze lockdown werkelijk met haar doet. Als ze de boosheid toelaat, voelt ze zich niet OK - een zeikwijf. Om dat niet te hoeven voelen werkt ze hard; ze managet, regelt, zorgt dat alles blijft lopen als altijd: allemaal een schone onderbroek, iedereen op tijd bij de sport, thuiswerk af, gezond eten, op tijd aan de wandel, minimaal een half uur per dag. Ze pompt de ballonnen op, die haar hoofd boven de waterlijn houden. Terwijl ze vertelt hoe haar dagen er uit zien, voel ik haar stress in mijn lijf. Echt OK ben je niet in dit model. Je bent voorwaardelijk OK; pas áls je zorgt, sterk bent, het regelt, dan ben je OK. Maar wanneer is dat? Wanneer is het genoeg? En door de trekkracht van dat wat je van jezelf niet mag, moet er steeds méér lucht die ballonnen in, om niet te verdrinken in je eigen niet-Ok. Voer voor een burn-out. Zeker wanneer je 4 kinderen fulltime thuis zijn én je zelf fulltime werkt. Maar wat dan? Er zijn veel mensen boos, momenteel. Hoe ga je daar mee om? Wat heb je er aan? Wat moet je er mee? ‘Zullen we even kijken naar je boosheid?’ Vraag ik Masja. Ze haalt diep adem. Sluit haar ogen. En zucht. ‘Tja, boos.’ Er valt een lange stilte. ‘Ik ben dat niet, hoor. We doen het hartstikke goed met elkaar.’ Ik knik. Dat is ook zo. Wow, wat doen jullie het fantastisch. Godsamme, met al die ballen in de lucht en al zo lang. Toevallig leidde mijn supervisor mij een paar dagen eerder liefdevol naar mijn eigen boosheid. Het was louterend om er aan herinnerd te worden dat boos zijn, de boosheid toelaten iets heel anders is dan boos doen. Het luchtte me op te erkennen dat ik boos ben - zelfs al kan ik daar ogenschijnlijk niet zo veel mee. De dagen daarna kon ik ontspannener de dag door en was er weer meer ruimte voor empathie. Het hielp me bij het zien van de boosheid van Masja en het deed me beter begrijpen dat ze niet boos wíl zijn, mág zijn. Kán zijn. Ik ben bang dat ik iets kapot maak als ik boos ben. Masja vindt zichzelf een zeikwijf. Ik maak niets kapot. (Ik maak ruimte!) Masja zeikt niet. (Ze begrenst!) We erkennen dat de situatie waarin we zitten iets met ons doet. Die erkenning laat ons iets milder kijken, naar onszelf én naar de ander. Ik glimlach naar Masja, terwijl ze weg beweegt van haar boosheid. Ik ben trots op deze vrouw. Wat kan ze fantastisch boos zijn. Wat een power. © De Kleine Professor, februari 2021 Opmerkingen zijn gesloten.
|
De Kleine Professorschrijft over de groei van cliënten, studenten én zichzelf.
Laat je e-mailadres achter en ontvang een mail als er een verse blog is!
Archieven
December 2023
Categorieën
Alles
|