'…dus dat is was een heel grote teleurstelling.’ Kalle fronst en knikt. Hij wilde een opdracht heel graag, moest door een procedure heen en is het niet geworden. Er valt een stilte. Bij Kalle hoef ik meestal niet veel meer te doen dan luisteren en wachten. In de vertraging van ons gesprek legt hij de verbindingen. ‘Maar’, mijmert hij dan ook na een korte stilte: ‘het is ook OK dat ik het niet geworden ben. Ja. Gek is dat. Het is echt prima.’ Hij glimlacht. Tegelijk wellen er tranen op in zijn ogen... ‘En dit’, hij wijst er naar, ‘gaat eigenlijk ergens anders over...’ Ik trek mijn wenkbrauwen op en wacht. ‘Ja, dat is toch weer…. dat gemis. Even leek het toch alsof… die verbinding, die erkenning… als ik het geworden zou zijn, dan zou ik misschien eindelijk helemaal…’ Kalle maakt geen zin af. Het is te pijnlijk te benoemen om welke gemis het gaat. En dat terwijl we dat bijna allemaal kennen: het gemis je daadwerkelijk gezien te weten, zoals je bent en daarmee goed genoeg. ‘Maar dus toch niet’ vervolgt Kalle. Toch weer die afwijzing. Toch weer die: zie je wel, ik ben het niet waard. Dat is het.’ Een traan druipt nu langs zijn kin en valt op zijn schoot. Hij kijkt naar de grond, sluit zich af, trekt zich terug. Hij zucht. Dan ineens kijkt hij me weer aan, met een heldere blik. ‘Maar ik ben het dus wel écht aangegaan. Ik ben er helemaal voor gegaan. Dat was eng, écht eng. Maar ik heb het gedaan.’ Ik voel hoe de energie weer gaat stromen, in en om hem heen. Het niet waard zijn is een oud gevoel voor Kalle. Een gevoel dat er in het hier-en-nu vaak voor zorgt dat hij zich afschermt voor die mogelijke afwijzing, zich aanpast, of verhardt. Kalle weet dat inmiddels van zichzelf en was zo dapper dat in deze procedure niet te doen. De kracht daarvan is groot. ‘Het verlies heeft je veel gebracht’, zeg ik. Hij knikt, vol overtuiging. ‘Ja. Echt. Ik heb ook zin om nu weer verder te gaan. Juist omdat ik zó mezelf bleef en er zó vol ben ingegaan, zie ik nu heel helder wat ik wil. En dat het goed is. Dus ik ga er gewoon mee door. Toch? Ja!’ ‘Zo’, zeg ik. ‘Ja’, zegt hij. Verlies en overwinning gaan hand in hand, net als het hier-en-nu en het toen-en-daar. Kalle heeft zich lange tijd niet helemaal laten zien - zonder het te weten – in een poging om juist wel gezien te worden. Hij rouwt kort omdat hij nu de opdracht die hij zo graag wilde niet gekregen heeft. Tegelijk ziet hij de waarde van het solliciteerproces: hij staat steviger, hij heeft een belangwekkende ervaring opgedaan. Hij rouwt dieper om oud gemis van zijn ouders in een bepaalde fase van zijn leven. Door ook dat verdriet toe te laten, kan hij het aanpassen dat daar een gevolg van was, loslaten. En maakt hij gebruik van zijn volle potentie. De erkenning van verlies, oud én nieuw geeft ruimte voor de betekenis of de waarde er van. De verbindings- of hechtingscirkel (Veenbaas & Weisfeld, geïnspireerd op Kohlrieser) laat krachtig zien hoe verlies enerzijds kan zorgen voor verstarring en afsluiting en anderzijds juist voor en groei en contact. Kalle beweegt in ons gesprek van de binnencirkel naar de buitencirkel. Er komt nieuwe beweging in zijn leven en in zijn lijf stroomt het. De tranen symboliseren die stroming, die minstens even pijnlijk, als krachtig en vol leven is … © De Kleine Professor, mei 2023 Disclaimer De naam van de client in deze tekst is om privacy redenen gefingeerd. De tekst is gebaseerd op een daadwerkelijk gesprek, maar aangepast met het oog op de leesbaarheid. Opmerkingen zijn gesloten.
|
De Kleine Professorschrijft over de groei van cliënten, studenten én zichzelf.
Laat je e-mailadres achter en ontvang een mail als er een verse blog is!
Archieven
December 2023
Categorieën
Alles
|